Blog

002: “De mythe van de Urban Culture.”

“Drosha Asks The Culture”, is een serie artikelen in de vorm van protest, bevraging en onderzoek. Het is een pleidooi voor The Culture. Een weerwoord op wat is en een smeekbede voor wat zou kunnen zijn. Straight from the heart. 

Ik ben niet de eerste, nog de enige die een flinke kanttekening maakt bij het begrip: “Urban Culture & Sports”. Heel kort door de bocht is het een ‘verzamelnaam’ die een mooie familie aan subculturen over één kam scheert. En deze vooral van nuance beroofd. Aan de andere kant schept het de illusie dat het een soort grote massa cultuur is waar iedereen hip en jong is. Zo plat is de realiteit helemaal niet. Dat vraagt wel degelijk om een belangrijke nuance.

Deze subculturen zijn sinds de jaren ‘80 in opmars, en zijn ondertussen overal ter wereld te vinden, zo ook in ons kleine maar drukke Nederland. Sinds de jaren ‘90 heeft deze subculturenfamilie via verschillende domeinen zoals; jeugdwerk, wooncorporaties, wijkcentra en (beperkt maar toch óók) theater de weg gevonden naar de mainstream*.

Mainstream in deze context; de wereld van theaters, gezelschappen en productiehuizen, labels en agency's.

Ver-urbanisering

In 2020 zijn er voor het eerst een aantal instellingen toegelaten tot de prestigieuze culturele BIS (culturele BasisInfraStructuur van Nederland). Hiermee nestelde deze familie, ten minste zo lijkt het nu, zich steeds comfortabeler tussen de traditionele culturele giganten. Voor de communicatie was het “makkelijker” om alle subculturen in één woord te binden. Zo is de term ‘Urban’ toch semi-stilzwijgend getolereerd door het werkveld, tot ergernis van vele beoefenaars. Maar meer dan dat nog, ongeacht hoe je het noemt; Street Culture, The Culture, Urban Culture. etc. lijkt het vooral dat er toch iets van een gezamenlijkheid is gaan vormen, vooral aan de zakelijke zijde.

De “ver-urbanisering” ging altijd gepaard met een belofte: dat Urban Culture zorgt voor vernieuwing van de cultuur, verversen van de kunsten, een breed draagvlak creëert voor de mensen die normaal buiten de boot vallen. Het zou een frisse wind in het Nederlandse cultuurlandschap doen opwaaien. Urban werd zo rond 2015 ‘HET DING’ dat veel instellingen er iets mee zouden moeten gaan doen.

Er zijn op dit moment meer kansen dan ooit, maar toch zie ik een verontrustende ontwikkeling. Zoals ik in het eerste artikel al schreef is er, ondanks de wil voor verandering, weinig echt aangepast in het subsidiesystemen. De meeste kansen voor de HipHoppers liggen op dit moment bij de traditionele instellingen; theaters, productiehuizen etc. Er is nagenoeg geen werk te vinden in de HipHop kunsten, waarom? Vooral door gebrek aan eigen duurzame initiatieven.

Er is zeker meer werk dan ooit, maar vooralsnog is het geborgen onder de vleugels van de reuzen voor wie “Urban” niets meer dan business as usual is, maar dan ‘n beetje anders.

Deze golf is een hoopvolle beweging

Kijk, als je een muzikant wil worden, dan kun je vanuit je talent richting de muziekindustrie bewegen, muziek maken, albums opnemen, concerten spelen etc. In dans kun je je eigen dansschool openen, wedstrijden organiseren en enkeling durft theater te maken. De Spoken kunsten en StreetArt heeft als werkveld nauwelijks mogelijkheden. Behalve, het wederom je weg vinden via én richting het etablissement, boeken schrijven, de moderne kunstsector betreden, werk tonen in een kunstgalerie. De rest blijft steken op de veroordeling tot het blijven van een kleine ondernemer, het verzorgen van workshops, of het initiëren van andere mogelijkheden tot ‘hosselen’.

Besef CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) heeft geen statistieken over “Urban”. Er is géén CAO, er is geen beroepsorganisatie, geen belangenvereniging.

Ja, onze mensen vinden hun weg, wij zijn gewend om te hosselen, te ondernemen en onszelf te redden, maar de beloftes en hoop voor onze cultuur gaat niet gepaard met professionalisering. Op dit moment worden wij langzaam geassimileerd in de traditionele cultuurbestel- en cultuurinstellingen. Ik zie een hele generatie aan succesvolle culturele toppers de andere werkvelden succesvol infiltreren en “uit de scène” verdwijnen. Hun plek wordt niet zo makkelijk opgevuld.

Zonder toppers stagneert de hele subculturenfamilie. De Urban Culture mythe wil laten geloven dat al die subculturen maar ‘vanzelf’ ontstaan, aanwas van nieuwe talent vanzelf leveren en dat er golven na golven nieuwe breakers en rappers vanzelf volgen.

De advocaten van The Culture strooien met optimisme en geloven dus dat Urban Culture altijd haar weg naar de top vindt. De criticasters, die voornamelijk gatekeepers uit onze eigen kringen zijn, zijn uiterst kritisch en vinden professionalisering van HipHop “WACK”.

Wat beide kampen niet kunnen ontkennen is: dat er continu uitval is van talenten. Dat veel “sociaal kapitaal” wordt vernietigd door het simpele feit dat: er amper werk is in de scene. Mensen kiezen op den duur eieren voor hun geld. Gaan liever iets anders doen. De sleutelspelers in elke stad verdwijnen en de scene lijdt. Zonder de helden, zonder mensen die nu op dit moment de kar trekken, drogen de sociale vijvers van The Culture op.

Organiseer jezelf

In onze scène kent iedereen een aantal spelers die al lang sleutelen aan de cultuur, denk aan HipHopHuis, H3C in Den Haag & EMOVES in Eindhoven. Er zijn merken en organisaties in de profit sector die het ook goed doen, voor de hele lijst zou ik adviseren om het laatste Unesco rapport te lezen (klik hier).

Er is echter plek voor veel meer. Mijn oproep is dan ook: Organiseer jezelf! Wees moedig, er is plek voor veel meer bedrijvigheid! Wij moeten nog collectief werken aan een solide basis van onze eigen sector en de werkgelegenheid die dat op zou kunnen leveren.

Ik ben sceptisch over de assimilatie in huidige instituten omdat die huidige instituten, al gooi je ze vol met codes en regelgeving die simpelweg niet adequaat ingericht zijn voor onze familie van subculturen.

Doe het liever zelf en doe het liever vandaag: kijk kritisch naar je eigen organisatie maar wees niet bang om de stier van professionalisering te pakken krijgen. We need it now more then ever. 

Share, spread & teach* ❤️

*Wij zijn pro: delen, doorsturen, forwarden, uitprinten en aan je oma geven, opsturen naar Den Haag met de post, op je socials bommen en al het andere dat de rest van de wereld bereikt met deze boodschap. Don’t hold back.

Over de auteur

Andrey “Drosha” Grekhov (1980) is een parel van deze tijd. Een goed verstopte wereldse denker. Een afgeschermde lobbyist voor The Culture. Een man van woord en daad in het onzichtbare. 

Drosha kwam voor het eerst in aanraking met HipHop toen hij nog onder het communistische regime leefde. Eenmaal in Nederland aangekomen bood Breaken hem een troost en verbinding die niet te vinden was in taal. Het liet hem vriendschappen bouwen zonder ook maar een woord Nederlands te spreken. Het gaf hem hoop op een betere toekomst. Een doel in het leven. 

Door de jaren heen is Drosha van puber die in jeugd- en winkelcentra trainde uitgegroeid tot wereld kampioen experimentele dans bij Juste Debout. Hij heeft als eerste hiphop maker de Prins Bernhard Cultuurprijs gewonnen. Is artistieke leider van Sample Culture en Emoves. En zijn theaterstukken speelde over de hele wereld, onder andere bij Jonzi D’s Breakin’ Convention. 

Drosha is veel, maar één constante in al zijn activiteiten: hij is een voorvechter van The Culture, een patronaat, een onvermoeielijke aanstichter van door-ontwikkeling en preservatie van The Culture. 

Geschreven door Andre ”Drosha” Grekhov
Regie door Carmen Verduyn
Dit is een collab met: Ongezine Uitgeverij